Categorieën
Blogs Networking

WiFi: Wie, Wat, Waar…

Het WiFi-pictogram die je overal tegenkomt.

De meeste mensen staan er niet bij stil en gaan ervan uit hun draadloze verbinding met het internet altijd werkt. Dit is ook niet zo vreemd; overal waar je komt kan je wel via een WiFi verbinding met het internet verbonden worden. Elke smartphone, laptop of tablet is voorzien van een WiFi verbinding. Je kunt wel stellen dat het een standaard component is wat op elk apparaat aanwezig is. Als het werkt is het goed, maar wat als het niet werkt?

Om te beginnen moet je eerst weten hoe het werkt. De term WiFi is afkomstig van de term HiFi, wat we allemaal kennen van audiosignalen. WiFi stelt het apparaat om via radiogolven informatie te verzenden en te ontvangen. Dit gebeurt op verschillende frequenties of golflengtes.

Binnen WiFi heb je kanalen die te vergelijken zijn met rijstroken op een snelweg.

Voor WiFi verbindingen zijn twee frequentie-reeksen (ook wel banden genoemd) beschikbaar; te weten de 2.4GHz en de 5GHz. Binnenkort is ook de 6GHz frequentie beschikbaar. Je kunt dit zien als verschillende soorten wegen. Binnen een snelweg heb je meerdere rijstroken, dit kan je zien als de kanalen. Binnen de WiFi-band heb je dan ook verschillende kanalen tot je beschikking.

De basisstations of AccessPoints kan je instellen op een kanaal die wordt gebruikt om het signaal uit te sturen. En nu kom je op een punt waar het nog wel eens mis gaat, zeker als er veel WiFi verbindingen om je heen zijn. Stel je voor dat je op de snelweg op de rechterrijstrook rijd, rijstrook 1. Doordat er meerdere auto’s op deze rijstrook rijden, wordt het drukker en kan er een file ontstaan. Ditzelfde gebeurt ook als jou verbinding ingesteld is op kanaal 1. Wanneer jouw buren ook op dit kanaal ingesteld staan, kan er file ontstaan; een soort virtuele file in de lucht. Dit kan je eenvoudig oplossen door over te stappen naar een kanaal. Welk kanaal dat het beste kan zijn, kan met programma’s bekeken worden, zoals Inssider.

De verschillende kanalen in de 2.4GHz en de 5GHz frequentie.

Nu de volgende uitdaging, het overschakelen naar een ander station. Wanneer je door een gebouw heen loopt, wil je graag dat je signaal automatisch overgaat naar een ander station als dat nodig is. Het liefst ook zonder onderbreking. Om dit vlekkeloos te laten verlopen is de basis van belang: een goede dekking en een goed kanalenplan. Het laatste hebben we het net al even kort over gehad. Een goede dekking is van belang om je apparaat de mogelijkheid en kans te geven over te schakelen naar een ander station. Als voorbeeld: je slingert van touw naar touw. Om goed over te pakken heb je het eerste touw nog vast, en pas als je het volgende touw vast hebt, laat je het eerste los. Bij WiFi is dit ook het geval. Om zonder onderbreking over te kunnen schakelen moet het signaal nog net voldoende zijn om verbinding te hebben. Het signaal van het volgende station moet sterk genoeg zijn om te kunnen functioneren. Het is namelijk zo: hoe zwakker het signaal hoe moeilijker het is om verbinding te hebben.

Waar kan je dus op letten als je een slechte verbinding hebt: Welk kanaal zit mijn bassisstation? Is er wellicht een beter kanaal beschikbaar? Hoe sterk is mijn signaal?

Naast deze 2 dingen zijn er nog vele andere factoren waar je rekening mee moet houden. Heb je problemen met je WiFi of wil je graag advies wat je het beste kan doen? Neem dan contact met ons op. Voor nieuwe klanten hebben we een leuk welkomsttarief.

Categorieën
Blogs Networking

Het begin van een netwerk

Wat is een netwerk?

Het internet is een groot netwerk waar veel apparaten mee in verbinding staan.

Ongemerkt heb je al snel een netwerk. Binnen de IT wordt een netwerk ook wel 2 of meer apparaten bedoeld die met elkaar in verbinding staan. Deze apparaten staan in verbinding met elkaar via een bedrade of draadloze verbinding (WiFi). In veel gevallen wordt hier een switch, een apparaat waar meerdere apparaten via een netwerkkabel (UTP) op aangesloten worden, voor gebruikt. Er zijn verschillende leveranciers die deze apparaten aanbieden. Denk bijvoorbeeld aan Netgear, Linksys of TP-link in de consumentenmarkt. Leveranciers als HP, Alcatel-Lucent Enterprise, Cisco of ExtremeNetworks worden veelvuldig gebruikt in de zakelijke markt. 

Tegenwoordig worden ook veel apparaten draadloos aangesloten. Het scheelt in het leggen van bekabeling en je bent flexibeler in de plaats en het gebruik. Er zijn wel een aantal zaken waar je rekening mee moet houden om het goed en stabiel te laten werken. In een volgende blog zullen we hier op in gaan. Er zijn verschillende leveranciers die apparaten, accesspoints genoemd, aanbieden. Denk hierbij aan Linksys, Ubiqutiy, Netgear en TP-Link in de consumentenmarkt en HP/Aruba, ExtremeNetworks en Cisco/Meriaki in de zakelijke markt. 

Hoe werkt de verbinding tussen verschillende apparaten?

Zoals hierboven beschreven heb je een netwerk nodig, dit kan bedraad of draadloos. Vergelijk dit met een straat. Aan een straat staan verschillende huizen. De huizen staan in verbinding met de straat via een pad of oprit. Elk huis heeft zijn eigen adres, postcode en huisnummer. De combinatie van deze gegevens vormen de unieke locatie gegevens van het huis, of te wel de koeriersdienst of postbode weet met deze gegevens de post bij het juiste adres te bezorgen. 

Binnen een netwerk heeft elk apparaat zijn eigen unieke adres, of te wel het ‘IP-adres’ en ‘MAC-adres’. Deze twee gegevens vormen de unieke adresgegevens van het apparaat en worden gebruikt om pakketten binnen het netwerk te versturen en te ontvangen. 

Elk apparaat verstuurd pakketten (IP Pakketten) waar de inhoudt in verwerkt zit. Dit kan bijvoorbeeld een verzoek tot het openen van een website zijn, maar ook een simpele controle of het adres bestaat (een ping) kan zo’n pakket zijn. Om even op een ping door te gaan, dit is een programmatje wat een verzoek stuurt naar het apparaat (ECHO) en op een antwoord wacht (ECHO-REPLY). Omdat er binnen het netwerk met een tijdslot gewerkt wordt, verwacht het programmatje binnen een acceptabele tijd, de TimeToLive, een antwoordt. Gebeurt dit niet, dan wordt het pakket als verloren beschouwd en stuurt hij opnieuw een verzoek. Hiermee kan je dus snel en eenvoudig controleren of bijvoorbeeld een apparaat aanstaat. Wel moet je weten wat het ip-adres van het apparaat is. 

Hoe kan je het IP-adres achterhalen?

De makkelijkste methode is door op het apparaat in te loggen en bij de netwerkinstellingen te kijken. Op een Windows Computer vind je deze in het configuratiescherm. Op een Apple MAC computer zijn deze te vinden bij de netwerk voorkeuren. 

Een andere mogelijkheid is doormiddel van een commando het ip-adres op te vragen. Open hiervoor op een Windows computer het programma ‘Command Prompt’ of ‘CMD’. Type vervolgens het commando ipconfig in en je ziet het adres van je windows computer of laptop. Op je MAC computer moet je hiervoor het programma ‘Terminal’ open en het commando ifconfig gebruiken. Ook dan zie je het ip-adres van je computer staan. 

In een volgende BLOG zullen we ingaan op de opbouw van IP-adressen en wat hier verder bij komt kijken.